Terwijl wereldleiders afreizen voor de hoge week van de Verenigde Naties, maakt New York zich op voor de grootste Klimaatweek sinds de start in 2009, met meer dan duizend bijeenkomsten, een recordaantal bedrijven en een agenda die van ontbijtpanels tot avonddeals reikt, precies het soort schaal dat niemand voorzag in een jaar waarin het federale beleid richting fossiele brandstoffen en het terugdraaien van milieuregels opschuift.
De toon is strijdlustig maar pragmatisch, de organisatoren van Climate Group zien dat de trekkracht minder uit hoofdsteden komt en meer uit de reële economie, Christiana Figueres wijst op marktpartijen en steden die tempo maken, terwijl het thema van dit jaar, Power On, de nadruk legt op doorschakelen in plaats van wachten op perfecte consensus. De kalender valt dit keer strak over de VN-agenda, de Algemene Vergadering opent het algemene debat van 23 tot en met 29 september en geeft de week een diplomatiek decor waarin CEO’s, investeerders en bewindslieden elkaar kruisen, precies daar waar beloften kunnen landen in meetbare projecten. Columbia’s Climate School programmeert evenementen van 21 tot en met 28 september door de hele stad, waarmee het netwerk van universiteiten zichtbaar meedraait in het praktische werk.
De massaliteit heeft een tweede laag, op zaterdag trokken duizenden activisten door Manhattan met een boodschap aan banken en grote vermogens dat winst niet boven klimaatveiligheid mag staan, de mars sloot aan bij de internationale golf van acties die de week voorafgaat en markeert de spanning tussen beleid dat wordt teruggeschroefd en een samenleving die juist sneller wil. Tegelijk blijft het beeld gemengd, de Verenigde Staten en de Europese Unie komen deze week naar verwachting niet met nieuwe doelen, terwijl China en Brazilië richting de COP in Belém in stelling komen, de Rockefeller Foundation wijst er bovendien op dat de publieke steun voor internationale samenwerking hoog blijft met zesentachtig procent in recente peilingen, een signaal dat het nieuwe kapitaal voor klimaat vooral zit in vertrouwen en schaalbare uitvoering.
Wie voorbij de headlines kijkt, ziet waar deze editie anders is dan vorig jaar, groei van ongeveer negenhonderd naar meer dan duizend events, bedrijven die ondanks politiek tegenwind toch verschijnen, en technologieclubs die vier keer zoveel sessies boeken als in 2024 omdat deals rond koolstofverwijdering, stroomvoorziening en elektrificatie nu tastbaar worden in plaats van theoretisch.