Op 12 Juni 2025 stortte Air India vlucht AI171, een Boeing 787-8 Dreamliner, kort na vertrek van Ahmedabad (India) neer op weg naar London Gatwick. Aan boord bevonden zich 242 personen: 230 passagiers en 12 bemanningsleden. Het toestel gaf een mayday-signaal af voordat het omstreeks 13:38 lokale tijd in een woonwijk, nabij een medisch hostel in Meghani Nagar, uit neerstortte.
De crash kostte 241 inzittenden het leven. De enige overlevende is de Britse-Indiaase passagier Vishwash Kumar Ramesh (zitplaats 11A), die zwaargewond raakte maar buiten levensgevaar is. Ook op de grond vielen ten minste 36 doden, wat de totaal dodental op ruim 260 brengt. Dit is een van de dodelijkste luchtvaartongevallen in de Indiase geschiedenis.
Volgens voorlopige informatie bereikte het toestel een maximale hoogte van slechts 190m, voordat het neerstortte. Beelden tonen dat het landingsgestel nog uit stond en de neus ongewoon hoog was. Dit kan duiden op een mogelijke configuratie- of mechanisch probleem, in combinatie met een vermoedelijke motorstoring.
Het onderzoek wordt geleid door de Indiase Directorate General of Cival Aviation (DGCA) met ondersteuning van de Amerikaanse NTSB (National Transportation Board) en Federal Aviation Association (FAA)De zwarte dozen zijn veiliggesteld en zullen cruciaal zijn voor het bepalen van de oorzaak. Dit incident markeert de eerste fatale crash van een Boeing 787 Dreamliner sinds de introductie van het type in 2011.
De gezagvoerder, Captain Sumeet Sabharwal (8.200 vlieguren), en First Officer Clive Kundar (1.100 uur), hadden ruime ervaring. De crash richtte verwoestende schade aan in de woonwijk; delen van de romp en staartsectie werden teruggevonden in de resten van een ingestort gebouw.
Internationale reacties waren snel: Indiaas premier Narendra Modi, de Britse koning Charles III en premier Keir Starmer betuigden hun medeleven. In zowel India als het Verenigd Koninkrijk werden herdenkingsdiensten georganiseerd. Luchthavenactiviteiten in Ahmedabad werden na het incident tijdelijk stilgelegd.
Air India en het Britse ministerie van Buitenlandse Zaken coördineren ondersteuning voor de nabestaanden. Verwacht wordt dat DNA-identificatie van slachtoffers enige tijd in beslag zal nemen.