Ondanks een opeenstapeling van beleidsschokken uit Washington, variërend van forse tariefdreigingen tot druk op de centrale bank en een zichtbare hang naar staatskapitalisme, draaide de wereldeconomie door met een opmerkelijke veerkracht waarbij aandelenindices klommen, inflatieverwachtingen beheersbaar bleven en de kapitaalmarkten geen teken gaven van paniek. Dit was eerder beredeneerd schouderophalen dat vooral werd gevoed door ruime financiële condities, sterke balansen bij huishoudens en bedrijven, lagere energieprijzen en het vooruitzicht dat productiviteitswinst uit kunstmatige intelligentie geleidelijk in de cijfers sijpelt.
Waar aanvankelijk gevreesd werd voor een handelsoorlog met gestaag oplopende tarieven en stilvallende scheepvaart, bleek de praktijk voorlopig genuanceerder doordat deals, hoe schetsmatig ook, de extremen temperden en de uiteindelijke heffingen in de keten werden verdeeld tussen exporteurs, importeurs en consumenten, waardoor het effect voor de groei tot nu toe draaglijk bleef. Tegelijk hielden financiële markten de rug recht toen pogingen om de onafhankelijkheid van de centrale bank te testen strandden, wat zichtbaar werd in de dalende langetermijnrente en de ontspannen leeshouding van beleggers die het rumoer pas herprijzen zodra het in beleid wordt verankerd. De recente renteverlaging met een kleine stap bevestigde dat het mandaat voor prijsstabiliteit niet is verlaten, maar dat de weg omlaag behoedzaam en data-afhankelijk verloopt.
Buiten de Verenigde Staten ontstond ruimte voor een eigen ritme. In Europa werd het groeipad voorzichtig opgehoogd door robuuste binnenlandse vraag, landen met hoge schuld zetten orde op financiën in de hoop op een betere kredietbeoordeling, en zuidelijke economieën verrasten met stevige consumptie en toerisme. Duitsland schuift richting een investeringsgolf in infrastructuur en defensie gesteund door fiscale impulsen, wat de overgang van stilstand naar materiële groei kan versnellen. In Azië bleef het ondernemersvertrouwen opmerkelijk sterk en hielden grote economieën hun beleidsrentes vast vanwege veerkrachtige export en herstellende beurzen, terwijl opkomende markten profiteerden van een milde dollar en eigen hervormingsdrang, met lichtpunten in Latijns-Amerika en Zuid-Azië waar belastingprikkels de binnenlandse vraag stutten.
Onder de glans zit evenwel een realistische ondertoon, want de tweede-rondegolf van tarieven sijpelt langzaam door in de orderboeken van exportkampioenen, voorraadopbouw en vervroegde leveringen vervormen tijdelijk de statistiek. En de groei in de Verenigde Staten leunt bovengemiddeld op AI-investeringen en topconsumptie, de huizenmarkt blijft stroperig en arbeidsindicatoren vertonen scheurtjes die bij een verkeerde schok snel kunnen uitlopen. Beleggers lijken intussen te vertrouwen op een impliciete reddingslijn van de centrale bank, maar die aanname werkt vooral zolang inflatieverwachtingen verankerd blijven en financiële condities niet abrupt aantrekken.
Voor Suriname ligt hier een helder kompas dat dichterbij is dan het lijkt, want wie kleine en open is vaart het best op voorspelbaarheid en spreiding. Het loont om exportmandjes te verbreden zodat prijsschokken in grondstoffen minder doorwerken in begroting en wisselkoers, om kasbuffers en termijnafspraken voor essentiële importen structureel te onderhouden, om publieke investeringen te richten op logistiek, digitale ruggengraat en energiezekerheid die private projecten losmaakt, en om financiële statistiek en bedrijfsdata sneller en consistenter te publiceren zodat krediet en kapitaal tegen redelijke voorwaarden beschikbaar blijven. Juist nu internationale investeerders meer letten op uitvoering dan op aankondiging maakt een degelijke projectpijplijn het verschil tussen meewind en zijwind, terwijl een strak regime van risico- en valutabeheer voorkomt dat tijdelijke wereldwijde schokken in de lokale economie blijven haken.
Wie deze fase benut kiest voor kleine, zichtbare stappen met vaste meetmomenten in plaats van grootse beloftes die verschuiven, zodat vertrouwen zich kan stapelen en schokken minder snel uitgroeien tot trends. Zo blijft de veerkracht die nu wereldwijd te zien is niet alleen een kop op het scherm, maar een dagelijkse routine die ook in Paramaribo standhoudt.