Tijdens de officiële opening van de Suriname Energy, Oil & Gas Summit 2025 (SEOGS), gehouden in Roeli’s Event Center, klonk een duidelijke boodschap van Afreximbank-topvrouw Kanayo Awani: Suriname moet zijn toekomstige olieopbrengsten vertalen in structurele ontwikkeling door in te zetten op lokale participatie, wetgeving en industrieopbouw. In een toespraak die zowel visionair als dwingend was, onderstreepte Awani dat de local content van de oliesector, bepalend zal zijn voor de langetermijnimpact van de sector op de nationale economie. “U zou een bron moeten worden van toekomstige financiële stromen of waardepapieren om ontwikkelingskapitaal te mobiliseren,” aldus Awani.
$1,6 miljard voor Blok 58: Meer dan alleen geld
Afreximbank heeft, samen met andere financiële instellingen, recent een lening van $1,6 miljard georkestreerd voor Staatsolie om productie te financieren in het veelbelovende Blok 58. Deze injectie moet niet enkel gezien worden als financiële steun, maar als strategische verbintenis aan een bredere ontwikkelingsvisie voor Suriname. Awani liet er geen twijfel over bestaan: deze investering moet renderen in termen van sociaal kapitaal, technologische capaciteit en economische diversificatie. Slechts dan kan de olie rijkdom worden omgezet in duurzame ontwikkeling.
Lokale inhoud als wet: lessen uit Nigeria
Volgens Awani is local content niet slechts een wens, maar een noodzakelijkheid die wettelijk verankerd moet worden. Ze haalde Nigeria aan als voorbeeld, waar lokale participatie in de olie-industrie heeft geleid tot een jaarlijkse bijdrage van $5,6 miljard aan het BBP. Meer nog, het creëerde ruimte voor technologieoverdracht, lokale innovatie en economische emancipatie van gemeenschappen.
Suriname moet, stelt Awani, de weg vrijmaken voor een soortgelijk model. Dit vereist wetgeving die lokale bedrijven en arbeidskrachten beschermt en stimuleert. Niet als bescherming tegen concurrentie, maar als katalysator voor nationale ontwikkeling.
Raffineren en transformeren
Een opvallend onderdeel van Awani’s pleidooi was de oproep om ruwe olie niet slechts te exporteren, maar lokaal te raffineren. Petrochemische installaties, kunstmestproductie en andere vormen van ‘downstream processing’ zouden niet alleen werkgelegenheid opleveren, maar Suriname positioneren als logistiek en industrieel knooppunt binnen de regio. “Waarde toevoegen is essentieel,” klonk het krachtig. Dit is in lijn met eerder beleid van landen als Trinidad & Tobago en Saoedi-Arabië, die petrochemie inzetten als motor voor industriële expansie.
President Santokhi: vertrouwen hersteld, investeerders welkom
President Chandrikapersad Santokhi opende het congres officieel en benadrukte dat zijn regering de afgelopen jaren heeft gewerkt aan macro-economische stabiliteit, verbeterde kredietwaardigheid en een klimaat dat aantrekkelijk is voor investeerders. Toch blijft de vraag: hoe vertaalt dat investeerdersvertrouwen zich naar nationaal eigendom? Kunnen Surinaamse bedrijven en burgers daadwerkelijk participeren in de nieuwe olierijkdom, of blijft de controle in buitenlandse handen?
Lokale participatie als toetssteen voor echte vooruitgang
De boodschap van SEOGS 2025 is helder: zonder visie, wetgeving en investeringen in menselijk kapitaal zal Suriname opnieuw toeschouwer blijven bij de exploitatie van eigen natuurlijke rijkdommen. Kanayo Awani’s oproep is dan ook meer dan een suggestie, het is een strategische richtlijn. Of Suriname deze uitdaging daadwerkelijk oppakt, zal de komende jaren blijken. De eerste stap is wetgeving voor ‘local content’. De volgende stap: uitvoering, monitoring en handhaving. Alleen zo kan olie niet slechts een vloek, maar een zegen worden.