Nu Suriname zich voorbereidt op de ontvangst van jaarlijks meer dan één miljard dollar aan olie-inkomsten vanaf 2029, groeit het besef dat deze gelden bij uitstek geschikt zijn om gerichte investeringen in ons menselijk kapitaal te doen. Scholingsprogramma’s die de juiste vaardigheden ontwikkelen, kunnen niet alleen de kansen van individuele Surinamers vergroten, maar vooral onze economie duurzaam versterken en weerbaarder maken tegen externe schokken.
Internationaal zijn tal van voorbeelden te vinden van landen die zulke investeringen met hoge rendementen belonen. In Singapore kunnen volwassen inwoners elk jaar tot SG$ 500 terugvragen voor erkende bij en omscholing programma’s, en sinds 2016 hebben meer dan 285.000 deelnemers hiervan gebruikgemaakt. Binnen de OESO slaagden Oostenrijk, Estland en Nederland erin om hun volwasseneneducatie dankzij consistente beleidsmaatregelen en publiek-private samenwerkingen met twintig tot dertig procent te laten groeien, waardoor zowel het aandeel werknemers met een tekort aan vaardigheden daalde als overkwalificatie aanzienlijk verminderde.
In Suriname zelf is de uitgangspositie kwetsbaar. Eind 2024 stond slechts 8,5 procent van de bevolking ingeschreven in het tertiair onderwijs, terwijl werkgevers steeds vaker een tekort aan technologische en digitale vaardigheden signaleren. Vooral in de ICT en communicatiesector ontbreekt het aan voldoende programma’s om jongeren de noodzakelijke competenties bij te brengen, waardoor zij niet aan de hoge eisen van nieuwe technologieën en internationale concurrentie voldoen. Wat ook geconstateerd wordt is dat veel jongeren en helaas ook volwassenen liever series op Netflix kijken dan actief aan hun eigen skillset te werken. Daar komt nog bij dat kunstmatige intelligentie, als deze niet effectief wordt ingezet zij traditionele banen kan vervangen, en vervolgens een nieuwe grotere kloof creëert tussen hoogopgeleiden en ondergekwalificeerden. Het is daarom cruciaal dat we onze investeringen richten op opleidingen in AI, big data en cybersecurity, zodat we niet achterop raken in deze technologische revolutie.
Het stabilisatiefonds voor olie-inkomsten, waarin de oliewinsten wordt ondergebracht en dat tussen 2028 en 2048 zo’n 10 miljard dollar kan opleveren, biedt daarvoor de perfecte gelegenheid. Door jaarlijks een deel van de fondsrente te reserveren voor strategische opleidingen in digitale technologie, communicatiewetenschappen en verwante vakgebieden, kunnen we grootschalige leertrajecten opzetten. Daarnaast is up-skilling van ambtenaren in project- en financieel management onmisbaar, zodat de overheid zelf de capaciteit heeft om complexe ICT-infrastructuren en communicatiecampagnes effectief te beheren.
De les uit de geschiedenis is duidelijk, olierijke landen die hun rijkdom niet vertalen naar menselijk kapitaal, raken achtergesteld . Door te investeren in skill-upgrades kunnen we onze olie-afhankelijkheid verkleinen, de nationale productiviteit verdubbelen en de werkloosheid binnen tien jaar met minstens vijftig procent terugdringen. Zo creëren we een innovatieve samenleving en garanderen we dat Suriname gewapend met moderne ICT kennis en effectieve communicatiestrategieën een volwaardige speler blijft in een snel digitaliserende wereld.