Onder grote belangstelling heeft Suriname op maandag 21 Juli bij het monument aan de Gravenberchstraat voor de negende keer stilgestaan bij de 72 militairen die tussen 1986 en 1992 tijdens het binnenlands gewapend conflict zijn omgekomen. Tijdens de plechtige herdenkingsceremonie werden kransen gelegd en werd hulde gebracht aan hun onverzettelijke moed en toewijding.
Defensieminister Uraiqit Ramsaran benadrukte in zijn toespraak dat de wonden van het conflict nog altijd voelbaar zijn in dorpen, gezinnen en het collectieve geheugen van de natie. “De dienst van deze soldaten kwam in een periode van diepe onzekerheid voor ons land. Vandaag eert de staat niet alleen hun offers, maar bevestigt hij ook dat hun nalatenschap onze koers blijft bepalen. Hun daden mogen nooit in de vergetelheid raken,” aldus Ramsaran. Hij richtte zich vervolgens tot de nabestaanden: “Ik erken uw verlies als onherstelbaar en prijs uw onvermoeibare kracht. Namens de regering en het volk dank ik u voor het delen van uw dierbaren met de natie. Hun opoffering heeft onze vrijheid mogelijk gemaakt.”
Brigadegeneraal Werner Kioe A Sen, commandant van het Nationaal Leger, onderstreepte het belang van deze herdenking voor de toekomstige generatie militairen. “De namen van de 72 gevallen kameraden leven voort in onze rituelen en archieven, maar vooral in de waarden die wij als leger hooghouden. Hun voorbeeld moet voor jonge militairen een onwankelbaar moreel kompas zijn: loyaliteit, durf en liefde voor het vaderland.” Beide sprekers sloten af met een oproep aan de Surinaamse samenleving om uit het verleden te blijven leren, de pijn te erkennen en gezamenlijk te kiezen voor verzoening en dialoog boven verdeeldheid.