De recent gehouden economische debatten van de Vereniging van Economisten in Suriname (VES) hebben een wrange nasmaak achtergelaten voor degene die naar inhoud zocht. Hoewel de opzet een diepgaand inhoudelijk discours suggereerde, bleek de realiteit eerder een opeenvolging van onuitgewerkte beloftes, ongefundeerde uitspraken en matige moderatie. De jury, die naar eigen zeggen streng en kritisch wilde zijn, slaagde er onvoldoende in om de debatvoerders inhoudelijk te prikkelen of te corrigeren. Het gevolg: deelnemers konden grotendeels ongestoord hun boodschap afvuren, zonder inhoudelijke repliek.
Voormalig Assembleevoorzitter Jenny Simons (NDP) voerde langdurig het woord, maar haar betoog miste realistische uitvoerbaarheid binnen haar partijstructuur. Bronto Somohardjo (PL) koos voor een uitgesproken emotionele toon met populistische beloften, echter zonder enig cijfermatig of beleidsmatig fundament.
In contrast daarmee stond Asis Gajadien (VHP), die zich consequent beperkte tot verifieerbare feiten en cijfers. Zijn bewering dat de VHP de grootste partij is volgens de meest recente HOND-peilingen, werd met emoties bestreden maar niet met data weerlegd. Gajadien moest meermaals teruggrijpen op de realiteit van de overgenomen schuldenlast uit 2020, als fundamentele verklaring voor het gevoerde beleid.
Del Castilho (DA’91) presenteerde een ambitieus plan rond de oprichting van een nationale goudmaatschappij, maar haar voorstel bleef hangen in slogans zonder financieel of institutioneel onderbouwd plan. Haar poging om Gajadien met een persoonlijke sneer uit balans te brengen, leverde weinig effect op.
De kritiek op de debatstructuur was breed gedeeld: met slechts drie minuten spreektijd per item en geen directe onderlinge interactie, ontbrak elke ruimte voor een diepgaand ideologisch of beleidsmatig gevecht. Daardoor verzandde het evenement in losse statements, zonder dat echt inzicht ontstond in de houdbaarheid van partijstandpunten.
De VES-debatten blijven een waardevol platform voor politieke profilering en maatschappelijke toetsing, maar de organisatie zal bij een volgende editie kritisch moeten reflecteren op structuur, timing en moderatie. Alleen dan kunnen deze debatten bijdragen aan de politieke volwassenheid waar Suriname zo naar snakt.