Suriname staat opnieuw op een kruispunt in zijn geschiedenis. Eeuwenlang draaide onze economie om plantages, bauxiet, goud en olie. Die natuurlijke rijkdom bracht inkomsten, maar geen brede welvaart. Vandaag biedt de digitale revolutie een ongekende kans: niet langer afhankelijk zijn van grondstoffen, maar bouwen aan een slimme, veerkrachtige economie die draait op kennis, connectiviteit en innovatie. Maar is deze sprong haalbaar voor een klein land met beperkte infrastructuur, een hoge schuldenlast en een historische achterstand?
De erfenis van het plantageverleden
Onze economie is gevormd door het verleden. De plantage-economie leerde ons centralisatie, hiërarchie en afhankelijkheid. Later kwamen de mijnen en de olie. Dat leverde harde valuta op, maar geen duurzame ontwikkeling. In 2024 bedroeg het Surinaams bruto binnenlands product (bbp) ongeveer 3,5 miljard dollar. De export werd gedomineerd door olie, goud en landbouw, terwijl we nog altijd veel basisgoederen importeren. Meer dan 80% van de staatsinkomsten is afhankelijk van natuurlijke hulpbronnen en is dus vatbaar voor internationale prijsschommelingen. Zonder structurele verandering blijven we kwetsbaar. De grote vraag is dus: kunnen we, net als andere kleine landen onze economie heruitvinden in de digitale wereld?
Leren van Estland: een digitale blauwdruk
Een land als Estland bewijst dat digitale transformatie geen utopie is. Na de val van de Sovjet-Unie had Estland geen natuurlijke rijkdom. In plaats daarvan koos het voor technologie. Het digitaliseerde overheidsdiensten, bouwde een betrouwbaar digitaal ID-systeem, investeerde in onderwijs en trok internationale bedrijven aan. Vandaag behoort Estland tot een van de meest geavanceerde digitale naties ter wereld. Kan Suriname dat ook? Jazeker maar het vereist visie, moed en actie.
Suriname’s digitale basis is meer dan een droom
Suriname is reeds begonnen. De e-government-strategie is in gang gezet. Burgers kunnen hun documenten online aanvragen, en digitale loketten winnen terrein. Starlink biedt mogelijk snelle internetverbinding in achtergestelde gebieden. En met een jonge bevolking die vertrouwd is met mobiele technologie, ligt het potentieel op straat. Als we het goed doen, worden onze jongeren niet langer exportproducten, maar digitale bouwers van hun eigen toekomst. Dan verandert Suriname van een grondstoffenland in een kenniseconomie. Niet morgen. Maar wel als we vandaag beginnen.