In een wereld waar grondstoffenmarkten zwaar fluctueren en duurzaamheid de nieuwe valuta is, staat Suriname. De recente olievondsten beloven miljarden, maar wie alleen op olie wedt, riskeert de gevreesde resource curse, een economie die instort zodra de bron opdroogt. Voor ondernemers biedt Suriname een zeldzame kans: investeren in eco-toerisme. Met zijn ongerepte regenwouden, bruisende culturele mix en een onontdekt imago kan Suriname de allure van Costa Rica of Belize evenaren. Maar hoe ontsluit je dit groene goud? En is er nog ruimte in deze markt?
Suriname heeft alles om een wereldspeler te worden. Regenwoud bedekt 93% van ons land, een unicum dat het tot een koolstofschatkist maakt in een klimaatbewuste wereld. Van de schildpadstranden van Galibi tot de jungle van Sipaliwini, de natuur is een magneet voor avonturiers. Voeg daaraan een culturele mozaïek toe en je hebt een bestemming die authenticiteit ademt. Toch trok Suriname in 2019 slechts 278.000 toeristen, een schim vergeleken met de miljoenen die Costa Rica en Belize verwelkomen. De reden? Gebrek aan infrastructuur, marketing en een coherente visie. Voor investeerders ligt hier een open veld: een kans om een bestemming te vormen die zowel winstgevend als duurzaam is.
Kijk naar Costa Rica, waar eco-toerisme een economische motor is geworden. In 2023 leverde de sector $5,8 miljard op, goed voor 8,2% van het bbp. Het land investeerde decennia in nationale parken, die een kwart van het grondgebied beslaan, en in hernieuwbare energie, waarmee 98% van de elektriciteit groen is. Hotels en touroperators worden streng gescreend via een duurzaamheidslabel, wat vertrouwen wekt bij reizigers en investeerders. Lokale gemeenschappen, zoals de coöperaties in Monteverde, verdienen aan lodges en tours, waardoor zij de natuur beschermen in plaats van exploiteren. Belize, met zijn 400.000 inwoners, toont dat grootte geen beperking is. Het land ontvangt 1,2 miljoen bezoekers per jaar, wat 40% van het bbp genereert. Het beschermt zijn koraalriffen en betrekt Maya- en Garifuna-gemeenschappen bij het toerisme, met lokaal gerunde eco-lodges als standaard.
Is de markt niet verzadigd? Niet voor een bestemming als Suriname. Terwijl Costa Rica en Belize bekend zijn, zijn ze ook duurder en drukker. Suriname kan zich richten op reizigers die exclusiviteit zoeken, denk aan een meerdaagse tocht met Marron-gidsen langs de Surinamerivier of een Inheemse ceremonie in Palumeu. De wereldwijde vraag naar eco-toerisme groeit, met een verwachte stijging van 5-7% per jaar tot 2030, vooral onder Europeanen en Noord-Amerikanen. Suriname’s lage kostenbasis maakt betaalbare, hoogwaardige ervaringen mogelijk, zoals eco-lodges voor $50-100 per nacht, een fractie van de $200+ in Costa Rica. Zuid-Amerika, inclusief de Amazone, wint aan populariteit, en Suriname kan een toegankelijke poort worden zonder de overbevolking van Brazilië.
Hoe maak je dit waar? Begin met een heldere identiteit. Suriname is geen Caribisch strandparadijs, maar een authentieke eco-oase. Promoot ervaringen die nergens anders bestaan: historische tours in Paramaribo, schildpadexcursies in Galibi, of Marron-verhalen in Brokopondo. Infrastructuur is cruciaal. De wegen naar Brownsberg of Kabalebo zijn vaak ontoegankelijk, en binnenlandse vluchten zijn prijzig. Olie-inkomsten, geschat op $10 miljard, kunnen dit veranderen door wegen te verbeteren, Zanderij Airport uit te breiden en internet in rurale gebieden te garanderen. Investeerders kunnen hier inspringen met financiering voor duurzame lodges of digitale platforms die reizigers direct met lokale aanbieders verbinden, zoals een Airbnb voor Surinaamse eco-ervaringen.
Natuur- en cultuurbescherming vormen de kern. Nationale parken lijden onder illegale mijnbouw, en zonder strengere wetten en goed getrainde wachters riskeren we ons unique selling point. Samenwerking met ngo’s zoals Conservation International kan fondsen en expertise brengen. Inheemse en Marron-gemeenschappen moeten partners worden, geen toeschouwers. Door ambachtelijke coöperaties en culturele festivals te ontwikkelen, zoals de BriBri in Costa Rica met hun cacao-tours, kunnen dorpen in Apoera of Kwamalasamutu directe inkomsten verdienen. Dit vraagt om training en startkapitaal, een ideale kans voor ondernemers met een lange-termijnvisie.
Marketing zal Suriname op de kaart zetten. De wereld kent onze schoonheid niet. Campagnes met 360°-video’s van regenwouden, influencers uit Nederland en de VS, en verhalen van locals op Instagram en TikTok kunnen dit veranderen. Partnerschappen met reisorganisaties en platforms zoals Lonely Planet zijn essentieel, met een focus op markten zoals Nederland, waar culturele banden een voorsprong geven. Een “Suriname Green Fund”, gevoed door olie-inkomsten, kan dit alles financieren van lodges tot natuurbeheer terwijl een duurzaamheidslabel vertrouwen wekt bij investeerders en reizigers.
Olie en toerisme hoeven niet te botsen. Noorwegen gebruikt zijn oliegeld voor duurzame projecten; Suriname kan hetzelfde doen. Door te investeren in eco-toerisme positioneert het land zich als een “groene olieproducent”, aantrekkelijk voor ethische investeerders. Guyana, onze buur, combineert olie met eco-projecten zoals het Iwokrama Forest, dat banen en onderzoekers trekt. Suriname kan dit model verfijnen door gemeenschappen centraal te stellen.
Voor ondernemers is de boodschap helder: Suriname is een onontgonnen markt met ongeëvenaard potentieel. Investeer in eco-lodges, digitale platforms, of gemeenschapsprojecten. De risico’s zijn reëel, maar de beloning is groot: een aandeel in een sector die Suriname’s economie kan transformeren. Begin met pilots in 2026, zoals lodges in Galibi of apps voor lokale tours. Tegen 2030 kan Suriname 1 miljoen toeristen verwelkomen en 20% van zijn bbp uit toerisme halen. De tijd om te handelen is nu. Stap in, en bouw mee aan de groene parel van Zuid-Amerika.