Suriname viert het eerste operationele jubileum van zijn nieuwe Nationale Milieu Autoriteit: een instituut dat in 2024 van de tekentafel naar de praktijk ging en sindsdien voorzichtig bouwt aan normen en procedures voor duurzame ontwikkeling. Hoewel de organisatie nog in de opstartfase verkeert en haar tempo soms frustrerend langzaam lijkt, is er onmiskenbaar vooruitgang geboekt.
In het afgelopen jaar werd de autoriteit bevoegd om bedrijven dwingend milieu-effectrapportages te laten opstellen en vergoeden voordat zij uitbreidingsvergunningen ontvangen. Daarmee is een belangrijke stap gezet richting financiële zelfstandigheid: voortaan draagt elke aanvrager van een vergunning rechtstreeks bij aan de continuïteit van het toezicht. Door deze kostendekkende tarieven vermindert de afhankelijkheid van de overheidsbegroting en groeit de weerbaarheid van de organisatie, zelfs bij politieke wisselingen.
Tegelijk breidt het takenpakket zich uit. Nieuwe regels voor de veilige toepassing van radioactieve materialen in seismisch onderzoek, onmisbaar voor de exploratie van olie- en gasreserves, zijn in ontwikkeling. Omdat deze materie specialistische kennis vergt, wordt vaak een beroep gedaan op dure buitenlandse consultants. Daarom staat de opbouw van eigen expertise hoog op de agenda; op termijn moet Suriname zelf de benodigde deskundigen opleiden en inzetten.
Een effectieve milieuhandhaving creëert niet alleen rechtszekerheid voor bedrijven die nu helderheid krijgen over milieu-en veiligheidsstandaarden maar maakt de zakelijke omgeving ook aantrekkelijker voor investeerders. Tegelijkertijd ondersteunt het streng toezicht innovatie in sectoren als mijnbouw en landbouw, waar nieuwe technologieën en duurzame werkwijzen de productiviteit én de milieubescherming kunnen versterken.
Op nationaal niveau draagt een sterk, onafhankelijk milieubureau bij aan onze veerkracht: met eigen financieringsstromen en in-house kennis hoeft het land minder in te schipperen met externe adviseurs en behoudt het de regie over zijn eigen beleid. Bovendien wekt een geloofwaardige en consequent toegepaste milieuwetgeving vertrouwen bij buitenlandse financiële instellingen en handelspartners. Dit vergemakkelijkt de toegang tot groene leningen en opent deuren naar exportmarkten die steeds vaker eisen stellen op het vlak van duurzaamheid.
Toch blijft politieke toewijding onmisbaar. Zonder duidelijke verankering in wet- en regelgeving en een heldere rolverdeling tussen ministeries kan het milieubureau zijn coördinerende taak niet optimaal vervullen. Data-uitwisseling stokt nog weleens, en sommige beleidsinstanties zijn terughoudend in het delen van cruciale informatie. Om het evenwicht tussen economische groei en ecologische bescherming te waarborgen, moet het parlement de financieringsmodellen formaliseren en het kabinet onvoorwaardelijk achter het milieubureau gaan staan.
Alleen met die politieke slagkracht kan Suriname de ambitie waarmaken om zijn natuurlijke rijkdommen te benutten zonder de draagkracht van het milieu uit het oog te verliezen. Zo legt het land een duurzaam fundament voor het welzijn van huidige én toekomstige generaties.