De Cariben liggen open en onbeschermd na de doortocht van orkaan Melissa, een storm die niet alleen huizen en wegen heeft weggerukt maar hele gemeenschappen heeft geraakt tot in hun ruggengraat. Melissa kwam aan land met een kracht die meteorologen bijna geen woorden meer geeft en trok vervolgens schuin omhoog door het westelijk bekken van de regio, sloopte infrastructuur, sleurde daken los en liet families achter met modder tot aan de nek en geen licht meer in huis. In Jamaica brak de storm op volle kracht binnen met windsnelheden in de buitencategorie en zette delen van het zuidwesten blank, complete dorpen zaten in het donker, scholen en klinieken lagen stil en honderdduizenden mensen verloren in één nacht hun stroomvoorziening. Het leger werd ingezet, reservisten werden teruggeroepen en de autoriteiten probeerden wegen vrij te maken door omgevallen palen, kapotte lijnen en brokstukken van wat gisteren nog een dak was. Kingston kwam er minder slecht van af dan gevreesd en de internationale luchthaven en haven konden relatief snel weer opstarten, wat lucht gaf voor hulpvluchten en voor noodleveringen van water, voedsel en medicijnen. Toch melden lokale functionarissen dat een groot deel van het eiland nog steeds geen elektriciteit heeft en dat sommige gebieden alleen te voet bereikbaar zijn omdat puin, ingestorte bomen en losgeslagen stroomkabels de wegen blokkeren.
In Haïti ging het leed anders maar niet minder hard. De kern van de storm schoof niet recht over het land, maar de regen hield dagenlang aan en dat bleek dodelijker dan een korte klap. Rivieren kwamen uit hun oevers, hele wijken stonden onder water en in plaatsen aan de zuidkust werden gezinnen verrast toen het water in minuten van enkelhoog naar schouderhoog steeg. Onder de doden zijn kinderen die in huizen zaten waarvan de muren het begaven toen het rivierwater doorbrak. Wegen, aanplant en voorraadschuren zijn meegesleurd in de stroom en er zijn nog mensen vermist in gebieden waar reddingsdiensten nauwelijks kunnen komen omdat bruggen weg zijn. De autoriteiten spreken openlijk van een ramp in slow motion en waarschuwen dat de balans nog zal oplopen zodra er echt overal kan worden gezocht.
Cuba kreeg op zijn beurt de volle rand van de storm, met orkaankracht en zware regenval over het oosten van het eiland. De regering heeft meer dan een half miljoen mensen uit kwetsbare zones weggehaald voordat de ergste wind binnenkwam, hotels in toeristische gebieden werden leeggemaakt en bewoners zijn tijdelijk naar opvanglocaties gebracht. Dat massaal verplaatsen van mensen heeft in eerste instantie levens gespaard, zeggen de Cubaanse autoriteiten, want er zijn geen dodelijke slachtoffers gemeld. Toch spreken zij over enorme schade aan huizen, waterleiding, landbouwgronden en zelfs religieuze erfgoedlocaties, en honderden gemeenschappen zaten afgesneden zonder stroom en zonder communicatie. In Santiago en omliggende provincies zijn straten bedolven onder puin en omgevallen bomen en wordt geworsteld met gebrek aan voedsel en medicijnen, een probleem dat daar al bestond en nu nog scherper voelbaar is. De Verenigde Staten heeft publiek aangeboden noodhulp te sturen naar zowel Jamaica als Cuba en inzet van reddingsploegen toegezegd, wat zeldzaam is gezien de historische spanning tussen Washington en Havana. Cuba zegt dat het dat aanbod wil bestuderen, maar wil eerst duidelijkheid over de vorm en de voorwaarden.
De economische schade die in kaart wordt gebracht loopt in de tientallen miljarden dollars en dat cijfer vertelt slechts een deel van het verhaal. In Jamaica liggen niet alleen huizen in puin, maar ook landbouw, kleine familiebedrijven en toeristische zones die normaal gesproken buitenlandse valuta binnenbrengen en werk bieden aan duizenden mensen. In Haïti zijn opnieuw stukken van toch al broze infrastructuur weggeslagen, wat leidt tot nog meer ontheemden in een land dat al worstelt met politieke onveiligheid en bendegeweld. En in Cuba zijn hele provincies afhankelijk van herstart van energie, transport en medische bevoorrading voordat de situatie weer enigszins leefbaar wordt. Orkaan Melissa was niet zomaar een zware storm, maar een storm die werd geclassificeerd in de hoogste categorie op het moment van landfall, met windsnelheden die in de buurt komen van de sterkste ooit gemeten in het Atlantisch gebied, en meteorologen wijzen erop dat de zeeën in dit deel van de wereld warmer zijn dan vroeger, waardoor orkanen sneller aanzwellen, langer hun kracht vasthouden en langzamer bewegen boven bewoond gebied, waardoor regen en overstromingen zwaarder toeslaan.
De storm trekt nu noordwaarts langs Bermuda, verzwakt maar nog steeds gevaarlijk genoeg om scholen, ferryverbindingen en de hoofdverbinding op het eiland uit voorzorg te sluiten. Vluchten en scheepvaart worden aangepast, maar het scenario van een directe voltreffer lijkt voorlopig van de baan. De eilandregering zegt dat de bevolking kalm blijft, al ligt de nadruk op veiligheid en op het beperken van onnodige verplaatsingen totdat de laatste buitenbanden van de storm voorbij zijn.
Voor Suriname en de rest van de regio klinkt een boodschap die weinig mensen nog durven negeren. Orkanen die zo snel zo sterk worden en zo traag uitharden, drukken een prijs door op kleine landen die nauwelijks buffers hebben, financieel of fysiek. Een economie die draait op toerisme of landbouw kan in een nacht jaren teruggeslagen worden. Gezinnen zonder spaarpot of verzekering staan de volgende ochtend letterlijk met modder tot de borst in een huis zonder dak en vragen zich af waar schoon drinkwater vandaan moet komen. Voor landen aan de kust of met rivieren en laaggelegen gemeenschappen, zoals ook bij ons, is voorbereiding dus geen luxe maar een harde noodzaak. Stormbestendige bouw, noodplannen voor evacuatie, regionale afspraken over hulp en snelle toegang tot financiering voor herstel bepalen of een ramp een wond blijft of verandert in een litteken dat nooit meer dichtgaat.