De Cariben kregen een orkaan over zich heen die records brak en hele regio’s lamlegde, want Melissa raasde eerst over Jamaica met windsnelheden die het eiland niet eerder zag en ging daarna aan land in het oosten van Cuba waar de storm nog altijd orkaankracht had en grote delen van de kust onder water zette. In Jamaica gingen daken los, viel de stroom op grote schaal uit en werd de zuidwestelijke parochie St. Elizabeth door hulpdiensten omschreven als één grote watervlakte, terwijl het enige openbare ziekenhuis daar noodscenario’s activeerde, patiënten verplaatste en met een gehavend administratief blok probeerde door te draaien.
De nationale weerdiensten spraken van aanhoudend gevaar, met meldingen van aanhoudende orkaankracht en schadelijke windstoten die na de doortocht nog urenlang konden aanhouden. In Cuba registreerden sensoren langdurige slagregens en stormvloeden rond Santiago de Cuba en Guantánamo, waarna stoeten evacuees richting hoger gelegen gebieden trokken. Lokale autoriteiten stelden dat honderdduizenden mensen uit voorzorg hun huizen verlieten en dat teams van brandweer en civiele bescherming met boten en trucks de laatste bewoners uit risicowijken haalden.
Op Jamaica klonk opluchting dat er aanvankelijk geen bevestigde stormdoden waren na de passage, toch hield de regering rekening met verlies van mensenlevens zodra alle afzettingen waren opgeruimd en reddingslijnen verder het binnenland in konden. Lokale media meldden eerder al dodelijke incidenten tijdens voorbereidingen en hulporganisaties wezen op de psychologische littekens die oude orkanen hebben achtergelaten, met inwoners die de nacht doorbrachten in schuilplaatsen terwijl het geraas van de wind zonder pauze over de daken trok.
De route van de storm bleef bezorgdheid wekken, want na Cuba lagen de Bahama’s op koers en trokken daar evacuatiebevelen door de zuidelijke eilanden. Verder naar het oosten hadden dagenlange stortregens op Hispaniola geleid tot slachtoffers en aardverschuivingen, waardoor rivieren buiten hun oevers traden en wegen onbegaanbaar werden. Satellietbeelden toonden een uitwaaierende regenband die telkens nieuwe buien boven de archipels uitkneep, met zicht dat per minuut kon omslaan.
De diplomatieke en humanitaire lijnen kwamen snel op gang, met een formeel hulpoverzoek vanuit Kingston en internationale partners die magazijnen met noodvoorraden openstelden. Voorraadpunten met tenten, waterzuivering en medische kits werden geactiveerd, terwijl kustwacht en leger hielpen bij het vrijmaken van toegangswegen. Toeristen die rekenden op zon en zee vonden onderdak in scholen en kerken, wachtten op het afzwakken van de wind en deelden via telefoons hun eerste berichten met familie tot netwerken weer stabiel genoeg waren.
In de nasleep verschuift de focus naar herstart en herstel, want stroomnetten moeten sectie voor sectie worden ingeschakeld en schoolgebouwen en klinieken vragen om snelle inspecties voordat lessen en zorg weer veilig kunnen worden hervat. Ingenieurs inventariseren breuken in dijken en kusten, landbouwers vragen om zaden en gereedschap om het seizoen niet te verliezen en verzekeraars proberen schade in kaart te brengen terwijl regenplassen nog op de erven staan. Wie de balans opmaakt ziet dat de vroegtijdige evacuaties en de gecoördineerde communicatie levens hebben gespaard, maar ook dat kwetsbaarheid groot blijft waar water afvoer en elektriciteit op het randje draaien.
De komende dagen tellen de details, van het vrijmaken van kruispunten tot het herstellen van GSM-masten en het stap voor stap openen van havens en luchthavens. Huishoudens en bedrijven die nu meten wat er nog werkt en wat vervangen moet worden, varen wel bij heldere informatie per wijk en voorspelbare distributie van hulpgoederen. Zo kan de regio de sprong maken van crisis naar orde en krijgt elke vracht met drinkwater, voedsel en brandstof precies de bestemming waar de nood het hoogst is.