Mercedes-Benz trekt de CO₂-voetafdruk van zijn nieuwe elektrische modellen omlaag door in carrosserie en structurele delen over te stappen op laag-CO₂-aluminium dat met waterkracht wordt gesmolten en deels uit hoogwaardig schroot bestaat, een stap die het merk in nauwe samenwerking met Norsk Hydro heeft ontwikkeld en die meteen debuteert op de volledig elektrische CLA. Volgens beide bedrijven levert die materiaalkeuze over de hele keten circa veertig procent minder uitstoot op dan bij het niet-elektrische voorgangermodel, waarmee de fabrikant zijn route naar klimaatneutraliteit tastbaar maakt in product en productie in plaats van in beloftes.
De kern van die reductie zit in de herkomst en het proces. Hydro smelt in Årdal aan de Noorse westkust met vrijwel volledig hernieuwbare energie en documenteert een intensiteit van rond de drie kilo CO₂ per kilo aluminium, waar het wereldgemiddelde nog ruim vijf keer hoger ligt. Door ongeveer een kwart post-consumer schroot toe te voegen zakt de embedded emissie verder en blijft de mechanische kwaliteit voor crash-kritische delen op peil, precies waar premiummerken geen concessies kunnen doen.
Dat schonere metaal is duurder, erkent zowel Hydro als Mercedes, maar de zakelijke logica verschuift merkbaar. De vraag naar laag-CO₂-materialen neemt toe, en partnerschappen in de keten verdelen de meerkosten zodat die niet volledig bij één schakel of uiteindelijk bij de klant landen. Bovendien ontstaan er duidelijke standaarden waarop kan worden afgerekend, bijvoorbeeld max vier kilo CO₂ per kilo voor laag-CO₂-primair aluminium en nog lagere waardes voor gerecyclede CIRCAL-kwaliteiten die onder de twee kilo CO₂ per kilo uitkomen.
De keuze past in de bredere ‘Ambition 2039’-strategie waarbij Mercedes stap voor stap emissies in ontwerp, materiaal, logistiek en assemblage terugdringt en de resterende emissies transparant maakt. Het gaat daarmee om meer dan een nieuwe aandrijflijn of een groene fabriek, het is het optellen van procesefficiëntie, energie-mix en materiaalselectie, waardoor schone kilowatturen in de smelterij uiteindelijk meetbaar zijn in minder CO₂ per verkochte auto.
Wie vooruitkijkt, ziet hoe dit de grondstoffenketen opnieuw ordent. Als automerken volumes gaan reserveren op basis van CO₂-intensiteit, verschuift kapitaal naar smelters op hernieuwbare stroom en naar sorteertechnologie die schrootstromen zuiver genoeg maakt voor hoogwaardige toepassingen. Dat creëert een vliegwiel waarin certificering, traceerbaarheid en onafhankelijke verificatie het verschil maken tussen marketing en meetbare winst, en waarin de premie voor schoon materiaal in de tijd kan dalen door schaal en concurrentie.
Decarbonisatie in de auto-industrie versnelt wanneer ontwerpteams al in de vroege fase CO₂-plafonds per component afspreken en inkoop die plafonds contractueel borgt met leveranciers die hun energie-mix en schrootaandeel kunnen aantonen. Precies zo verandert duurzaamheid van een abstract doel in een harde specificatie die in elke stap van de keten waarde toevoegt én risico’s verlaagt.