Wanneer Dinsdag in Montréal de 42e Vergadering van de VN-luchtvaartorganisatie opent, staat een vraag bovenaan bij luchtvaartmaatschappijen, een werkende wereldafspraak over uitstoot die de versnippering van regels voorkomt en tegelijk haalbaar blijft voor een sector die kampt met schaarse groene brandstof en een tekort aan betrouwbare koolstofkredieten. De vergadering loopt van 23 September tot en met 3 Oktober in het ICAO-hoofdkantoor, met de emissieregel CORSIA als centrale kapstok.
CORSIA werd in 2016 afgesproken als het wereldwijde marktmechanisme om de groei van CO₂-uitstoot van internationale vluchten te begrenzen via erkende koolstofkredieten en het bijmengen van schonere jetfuel. In 2020 stelden staten het referentiejaar bij naar 2019 om de coronadip niet kunstmatig te laten doorwerken en in 2022 werd besloten dat de drempel tot 2035 op 85 procent van 2019 blijft liggen. Daarmee ligt de lat aantoonbaar hoger dan in het oorspronkelijke ontwerp en sluit zij aan op het in 2022 aangenomen streven van netto nul uitstoot in 2050.
De aanvoer van gecertificeerde kredieten is krap en leunt te zwaar op enkele bosprojecten, terwijl duurzame vliegtuigbrandstof schaars en duur blijft, waardoor IATA waarschuwt dat de sector haar eigen tussendoel van vijf procent emissiereductie richting 2030 mogelijk mist als productie en regelgeving niet opschalen. De angst bij maatschappijen is dat regio’s als de EU eenzijdige heffingen uitbreiden als CORSIA te traag levert, met hogere kosten en dubbele systemen als gevolg.
Tegelijk schuift op personeelsgebied een tweede dossier de plenaire zaal in. De wereldkoepel IATA vraagt ICAO om de internationale pensioenleeftijd voor piloten van 65 naar 67 jaar te verhogen, met de kanttekening dat bij vluchten met twee bemanningsleden minstens één piloot jonger dan 65 blijft. Het voorstel wordt besproken op dezelfde vergadering en volgt nationale debatten, onder meer in de Verenigde Staten, waar wetgevers en vakbonden al langer twisten over veiligheid, personeelskrapte en medische toetsing.
Wat in Montréal beslist wordt, raakt verder dan de Noordelijke halfrond. Voor kleine open economieën met een nationale carrier is het verstandig om nu al twee sporen klaar te leggen, een routekaart voor CORSIA-compliance die inzet op vroegtijdige inkoop van toegelaten kredieten en op langdurige contracten voor duurzame brandstof, en een personeelsplan dat ervaring in de cockpit behoudt zonder concessies te doen aan medische eisen. Wie beide sporen ordent, vangt straks minder schokken wanneer regels strenger worden en kosten stijgen, en houdt de dienstregeling voorspelbaar als de vraag naar reizen aantrekt.