Suriname is een land met vruchtbare grond, overvloedige neerslag en een lange agrarische traditie. Toch draagt landbouw vandaag minder dan vijf procent bij aan het bruto binnenlands product. Dit terwijl in vergelijkbare landen juist de landbouwsector wordt ingezet als springplank naar duurzame economische groei. De sleutel? Innovatie, data en internationale samenwerking.
In landen als Nederland, Israël, Vietnam en Brazilië is landbouw allang geen kwestie meer van alleen handarbeid en intuïtie. Daar draait het om precisie, data-analyse en technologie. In Nederland bijvoorbeeld, wordt in de kassen van Wageningen University & Research gewerkt met drones, AI en sensoren die elk microklimaat optimaliseren. Israël gebruikt in droge gebieden slimme irrigatiesystemen die tot op de druppel nauwkeurig water toedienen. Brazilië, ooit afhankelijk van import, transformeerde met het toonaangevende onderzoeksinstituut Embrapa in enkele decennia tot een van de grootste exporteurs ter wereld door wetenschappelijk onderzoek direct te koppelen aan boerenpraktijk. En Vietnam gebruikt mobiele platforms om boeren realtime marktnieuws, bodemdata en weeranalyses te leveren – met meetbare resultaten in productiviteit en inkomensverhoging.
Suriname hoeft deze systemen niet van de grond af aan op te bouwen. In plaats daarvan ligt de meest efficiënte weg in het benutten van bestaande kennis en technologie via internationale samenwerking. Samenwerkingen met landbouwinstituten zoals Embrapa (Brazilië), Wageningen (Nederland), Agri-Tech Israel of internationale organisaties zoals de FAO, CGIAR of de Inter-American Development Bank, kunnen ons niet alleen voorzien van tools, maar ook helpen bij opleiding, projectmanagement en beleidsadvies. Dit vereist echter leiderschap, visie en een duidelijke strategie
Het recente IDB-rapport over Suriname’s ICT-sector maakt duidelijk dat het fundament voor technologische groei zwak is: cruciale wetgeving ontbreekt, digitale infrastructuur is beperkt en er is een ernstig tekort aan talent. Als we landbouwinnovatie willen realiseren, dan is het versterken van deze digitale basis geen luxe, maar een voorwaarde. Boeren kunnen niet innoveren zonder toegang tot gegevens. Er is behoefte aan bodemkaarten, satellietbeelden, realtime weerdata, marktinformatie en digitale betaalsystemen. Zonder betrouwbare data blijft precisielandbouw een droom.
Ook kennisontwikkeling is cruciaal. Onze jongeren moeten leren coderen, analyseren en automatiseren. Dat begint niet pas op de universiteit, maar al in het primair onderwijs. Agrarisch onderwijs moet worden gekoppeld aan techniek, duurzaamheid en ondernemerschap. Stageprogramma’s, bootcamps en samenwerking tussen universiteiten en buitenlandse instellingen kunnen hierbij helpen.
Financiering is een ander knelpunt. Surinaamse boeren hebben zelden toegang tot kapitaal voor modernisering. Daar kunnen buitenlandse ontwikkelingsbanken en diaspora-investeerders een rol spelen, mits de overheid zorgt voor transparante procedures, goede projectvoorstellen en juridische zekerheid. Innovatiefondsen, garanties voor agri-techprojecten, of fiscale prikkels voor investeerders kunnen helpen om de sector aantrekkelijker te maken.
De doelstelling moet duidelijk zijn: verhoog de bijdrage van landbouw tot minimaal 15% van het BBP binnen tien jaar, door middel van technologische innovatie en partnerschap. Niet door de landbouw te subsidiëren zoals vroeger, maar door haar te moderniseren en te koppelen aan de wereldwijde voedselketen. Suriname moet zich opstellen als een land dat openstaat voor kennisuitwisseling en gezamenlijke ontwikkeling. Laten we onze diplomatieke banden met Nederland, India, Israël, Brazilië en andere naties benutten om gerichte landbouwprogramma’s op te zetten. Niet via eenmalige donaties, maar via structurele samenwerking en overdracht van kennis en technologie. Laten we de diaspora in de VS en Nederland betrekken als bruggenbouwers tussen Suriname en internationale kennisinstellingen.
Als we nu kiezen voor een toekomstgerichte aanpak, kan Suriname een regionale koploper worden in duurzame tropische landbouw. Niet alleen als voedselproducent voor de eigen bevolking, maar als exporteur van kwaliteit, als laboratorium voor tropische agri-tech, en als schoolvoorbeeld van hoe innovatie het verschil maakt.
De landbouw in Suriname hoeft geen reliek te zijn uit het verleden. Ze kan ons fundament worden voor economische diversificatie, werkgelegenheid en voedselzekerheid. Maar dan moeten we durven investeren – in data, in samenwerking, in mensen.
De wereld staat klaar om ons te helpen. Zijn wij klaar om het stuur in handen te nemen?