Guyana zette in Georgetown de toon voor een maand vol landbouwinitiatieven en koppelde feestelijkheid aan een nauwgezette voortgangsrapportage over wat het land in enkele jaren heeft opgebouwd. Minister Zulfikar Mustapha nam het publiek mee van beleid naar praktijk en schetste hoe één sector tegelijk banen schept, armoede terugdringt en regionale voedselzekerheid tastbaar maakt. Het thema Transforming Livelihoods through Agri Food Systems klinkt misschien als conferentietaal, in Guyana krijgt het handen en voeten doordat investeringen op het land, in laboratoria en in verwerkingsketens elkaar versterken en jongeren de sector opnieuw ontdekken als plek waar technologie, rendement en zingeving samenkomen.
De cijfers trekken het verhaal vooruit, want het nationale landbouwbudget groeide van dertien miljard in 2020 naar honderdvierenzestig miljard in 2025 waardoor modernisering op snelheid kon komen en de diversificatie buiten de traditionele teelten om niet langer op pilots blijft steken. In die ruimte ontstond een grootschalige maïs en sojaketen die binnen afzienbare tijd de importrekening met veertig miljoen dollar per jaar moet verlagen en die tegelijk veehouderij en voerindustrie aan elkaar klikt. In kassen en proefvelden duikt hydroponics op als productielijn voor hoge waarde gewassen die stabiele volumes vragen en minder weersafhankelijk zijn. Aan de kust en in brakke wateren levert aquacultuur de verrassendste sprong, met Vietnamese garnalen in opstart en zwarte garnalen die van tien naar ongeveer honderdtwintigduizend kilo per maand groeiden, een schaal waarop verpakken, koelen en exporteren op eigen benen kan staan.
Dat de mentaliteit verschuift blijkt uit collegezalen en startupruimtes, want afgestudeerden van de University of Guyana kiezen steeds vaker voor landbouw als professioneel pad en vinden via data, drones en irrigatiesturing een ingang waar de sector tien jaar geleden nog geen woorden voor had. Junior minister Vikash Ramkissoon schoof daar de schakelstukken achter, namelijk infrastructuur, technologie en waarde toevoeging die het systeem efficiënt en schokbestendig maken. De VN Voedsel en Landbouworganisatie FAO herkende in Guyana een voortrekker die regionale voedselrekeningen met een kwart wil drukken richting 2030 en die voedselstrategieën niet als bijlage behandelt maar in het hart van nationaal beleid legt. FAO vertegenwoordiger Gillian Smith prees vooral de aandacht voor vrouwen en jongeren in ketens en voor toegang tot financiering en markten die het verschil maakt tussen dromen en doen.
Belangrijk aan de Guyanese aanpak is de combinatie van harde investeringen en zachte randvoorwaarden, want het is niet alleen de kas of de vijver die telt maar ook de begeleiding, de kleine subsidies voor dorpsprojecten en de coördinatie die voorkomt dat goed wil blijft steken in losse eilanden. Het ministerie riep daarom boeren en verwerkers op om als één team mee te bewegen met de nieuwe kansen die door beleid en budgetten worden gecreëerd en die via verkaveling, logistiek en certificering versneld tot waarde kunnen worden gemaakt.
Suriname bouwt aan eigen voedselzekerheid, wil de importfactuur beperken en zoekt tegelijk exportniches die bestand zijn tegen prijsschokken en klimaatschommelingen. De analyse uit Guyana is dat massa en focus elkaar niet uitsluiten wanneer de overheid langjarig investeert en de keten van veld tot verpakking dwingend verbindt. Een programma waarin droogtetolerante rassen, precisie irrigatie en koudeketen voor tuinbouw worden vastgelegd levert direct productiviteitswinst op en maakt ruimte voor jeugdig ondernemerschap dat nu al naar toegepaste technologie hunkert. Aquacultuur kan daarbij de stille groeier zijn, want een zwarte garnalenlijn of schelpdiertak die op volumes mikt geeft logistieke spelers en energieprojecten een voorspelbare vraag en lokt daarmee privaat geld naar koeling, ijsproductie en certificering.
Het voorbeeld van maïs en soja past in Suriname vooral daar waar veevoer en pluimvee de importdruk verminderen en producenten samen met school opleidingen een praktische leerlijn opzetten die van teeltplanning tot kwaliteitscontrole doorloopt. Precisielandbouw en hydrocultuur sluiten aan bij hogere temperaturen en schaarse zoetwatervensters, waardoor investeringen in irrigatie, regenwateropvang en schaduwdoek niet langer kostenposten zijn maar randvoorwaarden voor continuïteit. Steeds blijkt dat diversificatie sneller lukt wanneer jonge bedrijven toegang krijgen tot betaalbare financiering en wanneer contractteelt met gegarandeerde afname de risicokosten verlaagt.
De landbouwmaand in Guyana werd officieel geopend met cultuur en toespraken, de onderstroom was echter een discipline van doorrekenen en uitvoeren. Prestaties worden zichtbaar gehouden, van tonnages en prijzen tot energiekosten en exportstromen, waardoor fouten sneller boven komen drijven en successen schaalbaar worden. Juist die open boek houding vergroot de geloofwaardigheid naar banken en ontwikkelingspartners die kapitaal willen parkeren in ketens die de regio voeden en tegelijk het landschap sparen. Suriname wint wanneer het die transparantie en dat tempo naar eigen bodem vertaalt en boeren, vissers en verwerkers laat meeschakelen met heldere standaarden en voorspelbare vergunningen.
De kern van het verhaal is eenvoudig en veeleisend tegelijk, namelijk dat voedselbeleid pas werkt wanneer het inkomen op het erf stijgt, de jeugd perspectief ziet en de consument stabiele prijzen ervaart. Guyana laat zien dat het kan zodra budget, beleid en uitvoering elkaar niet meer loslaten. Wie dichtbij kijkt ziet kansen voor gezamenlijke inkoop, regionale veredeling, gedeelde inspecties en wederzijdse markttoegang, precies de bouwstenen waarmee ook Suriname zijn landbouw van overleven naar ondernemen tilt en tegelijk de belofte van voedselzekerheid vult met producten die zowel de buurt als de regio aan tafel brengen.