De wijziging van de Staatsschuldwet wordt in De Nationale Assemblée scherp gewogen, omdat de staatsschuld fors boven de wettelijke norm ligt en het voorstel overschrijdingen tot 2028 feitelijk legitimeert. Volgens lid van de rapporteurscommissie Asis Gajadien ondermijnt dit de begrotingsdiscipline die met de Comptabiliteitswet en het Spaar en Stabilisatie Fonds juist is vastgelegd, want controle achteraf verandert een plafond in een rekbaar begrip en schuift risico’s door naar later.
Gajadien wijst erop dat hogere olie en gasopbrengsten in de toekomst geen vrijbrief zijn om nu ruimer te lenen. De SEOB stelt dat de schuldquote met verantwoordelijk beleid al voor 2028 onder de norm kan dalen, zodat het verstandiger is om jaarlijks meetbare reductiedoelen te hanteren, transparantie te verplichten en elk nieuw krediet expliciet door het parlement te laten toetsen. Zo wordt speculeren op toekomstige inkomsten voorkomen en blijft vertrouwen van burgers en markten behouden.
Beperk spoedleningen tot een klein deel van het nationaal inkomen en informeer de volksvertegenwoordiging binnen dertig dagen. Reserveer een vast deel van de netto olie en gasinkomsten in het spaarfonds zodat prijsschokken worden opgevangen en intergenerationele rechtvaardigheid wordt geborgd. Het Bureau voor de Staatsschuld moet worden versterkt, zodat het naast registreren ook tijdig waarschuwt en toetst met een jaarlijkse houdbaarheidsanalyse, een meerjarige strategie en een operationeel schuldenplan als vaste bijlagen bij de begroting, verbond Gajadien expliciet aan het voorstel.
Wie regels strakker maakt, voorkomt dat groei op papier rust op schulden in de praktijk. Daarmee onderstreept Gajadien dat Suriname geen vrijbrief nodig heeft maar een kompas van discipline, heldere verantwoording en voorspelbaar beleid, zodat toekomstige welvaart niet wordt uitgegeven voordat zij is verdiend.