In de nasleep van de gijzelingscrisis heeft de Israëlische regering haar controle over grote delen van de Gazastrook verder uitgebreid. De officiële verklaring luidt dat deze ingreep noodzakelijk is om alle mogelijke schuilplaatsen van gegijzelden te doorzoeken, maar ingewijden wijzen op een bredere strategische ambitie: volledige annexatie van het gebied op termijn.
Afgelopen weekend maakte een brief van ruim zeshonderd voormalige veiligheidsadviseurs uit de Verenigde Staten furore. In deze open brief werd de Amerikaanse president dringend verzocht druk uit te oefenen om tot een spoedige oplossing van de gijzelingssituatie te komen. Kort daarna kondigde de Israëlische regering aan dat men voortvarend tot een grondoperatie in de Gazastrook overgaat, waarmee men de internationale gemeenschap voor lijkt te willen zijn. Deze versnelde inzet is volgens betrokkenen zowel een antwoord op de bezorgdheid over de vrijlating van gijzelaars als op de angst dat de diplomatieke druk vanuit het buitenland de komende weken alleen maar zal toenemen.
Tegelijkertijd groeit in tal van westerse hoofdsteden de roep om erkenning van een Palestijnse staat. Na enkele vooraanstaande EU-landen hebben inmiddels ook Canada, Malta en Portugal aangekondigd dit voorjaar formele erkenning te overwegen, mede als reactie op de humanitaire crisis in het gebied. De Unie staat op scherp nu sancties en diplomatieke maatregelen tegen Israël steeds serieuzer op de agenda komen te staan.
In Nederland leidt dit tot hernieuwde parlementaire debatten over het toekomstig buitenlands- en sanctiebeleid. Fracties worden gedwongen hun koers opnieuw te bepalen: welke druk kan en moet ons land uitoefenen, en in hoeverre sluiten we ons aan bij Europese initiatieven om erkenning van de Palestijnse staat als pressiemiddel in te zetten?
Analisten wijzen erop dat deze diplomatieke bewegingen paradoxaal lijken, terwijl de ene hand vreest dat de Gazastrook definitief wordt ingenomen, reikt de andere hand uit naar een toekomstige Palestijnse entiteit. Voor de Palestijnse bevolking dreigt het uitzicht op een eigen staat zo verder weg te raken, ondanks de mondiale steun voor hun recht op zelfbeschikking.
De Verenigde Naties, traditioneel het forum voor dergelijke kwesties, zijn sinds de operatie in de Gazastrook vrijwel uitgesloten van elke invloed. Met een Amerikaans veto op de achtergrond blijft de krachteloosheid van internationale instituties pijnlijk zichtbaar.
Deskundigen pleiten voor een “coalitie van bereidwilligen” die via gesprekken met invloedrijke actoren buiten de gebruikelijke diplomatieke kanalen, waaronder rechtstreeks overleg met Washington, de druk kunnen opvoeren. Tot op heden blijkt de politieke wil echter onverminderd verdeeld, zowel binnen Israël zelf als in de Europese Unie.
Nu de militaire operaties doorgaan en de politieke spanningen oplopen, groeit de urgentie voor een samenhangende strategie. Slachtoffers en betrokkenen hopen dat de internationale gemeenschap niet langer toekijkt, maar daadkracht toont—voordat het doorzettingsvermogen aan beide zijden onherstelbaar ondermijnd raakt.