Tijdens de opening van de 45ste Lions Multiple District 60 Convention in Paramaribo heeft Staatsolie-directeur Annand Jagesar een krachtige waarschuwing afgegeven: Suriname moet voorbereid zijn op de risico’s die komen kijken bij plotselinge olie-inkomsten. “We moeten leren omgaan met rijkdom,” stelde hij, verwijzend naar het gevaar van de zogenoemde resource curse, waarbij natuurlijke rijkdommen eerder leiden tot ongelijkheid en corruptie dan tot welvaart. Jagesar wees op de negatieve gevolgen die andere olieproducerende landen hebben ervaren. Plotselinge verhoogde inkomsten kunnen de economie ontwrichten als we niet oppassen. Sectoren als landbouw en onderwijs kunnen leeglopen omdat de focus verschuift naar de olie-industrie. Ook sociale spanningen en inflatie liggen op de loer als we geen sterke instituties hebben.” Hij riep op tot verantwoord bestuur, duurzame investeringen en lange termijnplanning.
President Chandrikapersad Santokhi, die ook het woord voerde tijdens het evenement, erkende de zorgen van de Staatsolie-topman. Hij verzekerde dat de regering lessen trekt uit buitenlandse ervaringen en benadrukte dat Suriname al maatregelen neemt om verantwoorde groei te waarborgen. “De fouten van andere landen zullen wij niet herhalen,” aldus Santokhi.
Concrete maatregelen om de vloek te voorkomen
De afgelopen jaren heeft Suriname meerdere beleidskeuzes gemaakt die erop gericht zijn om de resource curse te vermijden. Zo zien we dat de regering het Soeverein Welvaartsfonds opgericht dat olie inkomsten spaart en beheert. Landen als Noorwegen Singapore en Chili hebben ook zo een fonds en de resultaten zijn duidelijk. Het fonds moet toekomstige generaties beschermen en economische stabiliteit bieden, los van politieke invloeden. Het wordt gevoed met de inkomsten uit toekomstige olie-exploitatie, met name van Blok 58 waar de productie in 2028 start. Deze inkomsten financieren ook het RVI programma. Dit programma houd in dat iedere Surinamer een tegoed van USD 750 krijgt, met jaarlijks 7% rente. De middelen komen uit toekomstige royalty-inkomsten en zullen op naam van burgers worden belegd. Ouderen en mensen met een beperking ontvangen dit jaar nog een directe uitkering. Deze aanpak moet ervoor zorgen dat de olieopbrengsten breed ten goede komen aan de bevolking. De regering heeft er ook voor gekozen geen leningen op toekomstige olie-inkomsten te nemen.
Minister van Financiën Stanley Raghoebarsing maakte dit duidelijk. “We willen toekomstige generaties niet opzadelen met schulden,” stelde hij. Deze beslissing is cruciaal om financiële stabiliteit te waarborgen. Verder is het versterken van sectoren zoals landbouw, toerisme en ICT voor de regering prioriteit. In 2023 droegen landbouw, visserij en bosbouw al bij aan 7,6% van het BBP dit cijfer moet groeien. Een economie die voornamelijk steunt op grondstoffen productie is zeer kwetsbaar. Daarom is het nodig ook andere sectoren te ontwikkelen. Binnen dit kader worden er programma’s zoals SURGE uitgerold om ondernemerschap te stimuleren, met minder bureaucratie betere begeleiding en betere toegang tot financiën. Verder wordt er gewerkt aan het versterking van financiële rapportages en overheidscontrole. Er zijn stappen gezet richting aansluiting bij internationale transparantie-initiatieven zoals EITI, zodat oliecontracten en inkomsten openbaar en controleerbaar zijn.
Als een van de weinige landen wereldwijd die koolstofnegatief zijn, investeert ons land in het behoud van regenwoud en de verkoop van koolstofkredieten. Hierdoor wordt er nog een mogelijkheid geschept aan onze bossen te verdienen zonder bomen om te hakken.
Vooruitzicht
Hoewel de daadwerkelijke olieproductie in 2028 op gang komt, is de discussie over hoe om te gaan met de toekomstige rijkdom nu al actueel en noodzakelijk. De waarschuwing van Jagesar en de toezeggingen van Santokhi laten zien dat er binnen de top van Suriname men bewust is van de kansen en bedreigingen die op ons afkomen. Als land moeten wij vasthouden aan transparantie, langetermijndenken en welvaartsspreiding. Dat is de enige manier om duurzame ontwikkeling in Suriname realiseren.