Karel Eckhorst is sinds 2016 Suriname’s vertegenwoordiger bij het Internationaal Monetair Fonds (IMF) en adviseur van de Executive Director van de landengroep met Suriname. Hij verbleef voor kennismakingsgesprekken met het Ministerie van Financiën kort in Paramaribo en blikte terug op het in Maart 2025 afgesloten IMF‑programma. Dat programma was ontworpen als een traject van drie jaar waarin begrotingsconsolidatie en -discipline, sociaal vangnet, schuldsanering, financiële stabiliteit en institutionele versterking hand in hand zouden gaan. In de praktijk bleek de nadruk aanvankelijk te zwaar te liggen op uitgavenbesparingen, terwijl maatregelen om de eigen inkomsten te verhogen niet naar wens uitpakten. Ook stagneerden belangrijke hervormingen halverwege zoals de voorgestelde btw‑wet die niet rond Maart 2022 werd aangenomen en de brandstofsubsidies die onvoorziene extra druk uitoefenden op de overheidsfinanciën. Daardoor kwam de uitvoering van het programma voor een jaar stil te liggen, tot het programma in April 2023 werd aangepast en in evenwicht werd gebracht en het programma weer begon te lopen.
Dankzij die samenwerking slaagde Suriname erin de hoge inflatie van boven 60 procent te temperen naar circa 10 procent, terwijl de wisselkoers stabiliseerde en de begroting enige consolidatie vertoonde. De inflatie was bij 10 procent nog steeds te hoog, maar vertoonde verdere afname naar rond de 6 procent. Desondanks waarschuwt Eckhorst dat deze verworvenheden uiterst kwetsbaar zijn: “Financiële stabiliteit komt te voet, maar gaat te paard,” parafraseert hij een oud‑centralebank president. Een nieuwe interne of externe schok of gebrek aan voortzetting van hervormingen kan de geboekte vooruitgang weer teniet doen.
Allereerst moeten regeringen vasthouden aan strikte begrotingsdiscipline, waarbij zowel de lopende uitgaven als schulden moeten worden beheerst terwijl tegelijkertijd de eigen inkomsten bijvoorbeeld via een bredere btw‑doorvoering, verbeterde belastingadministratie en -inning en het terugdringen van belastingontduiking gestaag worden verbeterd. Ten tweede is het essentieel dat bij elke bezuiniging een automatisch werkend sociaal vangnet wordt geactiveerd, zodat de meest kwetsbaren niet alleen worden beschermd, maar ook perspectief krijgen via onderwijs, gezondheidszorg en op maat gesneden vaardigheden (skills) welke goed aansluiten op de arbeidsmarkt. En Eckhorst dringt ook aan op versterking van instituten, transparante aanbestedingsprocedures, een goed uitgeruste anti‑corruptieraamwerk en het klaarstomen van het institutioneel- en juridisch kader die straks de olie‑ en gasinkomsten vanaf 2028 zullen beheren.
De nieuwe regering zal de vrije ruimte hebben om de contouren van een vervolgtraject uit te zetten, maar zonder politieke wil en eendrachtige parlementaire steun, zullen de aanbevelingen slechts papieren tijgers blijven. Alleen door consequent begrotingsdiscipline te handhaven, de institutionele fundamenten te verstevigen en tegelijkertijd te investeren in sociale cohesive en productie, kan Suriname de stap voortzetten van herstel naar duurzame welvaart.