De Para Farmer Field School (PFFS) zet de toon voor een nieuwe generatie Surinaamse boeren. Donderdagmiddag stroomde de multifunctionele zaal in Para vol voor een informatiebijeenkomst over deze baanbrekende onderwijsformule, ontwikkeld door stichting Vonzell onder leiding van Leanda Zeldenrust en uitgevoerd in samenwerking met de Landbouw- en Veeteeltcoöperatie Para (Lacopar). Gedurende negen maanden zal, met steun van de Alcoa Foundation, via praktijkgerichte workshops en groepsdiscussies gewerkt worden aan een toekomstbestendige landbouwsector.
De bijeenkomst begon met een toelichting op de opzet van het programma: ervaringsleren, interactie en directe toepassing staan centraal. Hydroloog en geoloog Oclaya Verwey ging in op waterbeheer in het veranderende klimaat, terwijl Julio Somedjo van Firdaus de nieuwste bemestingstechnieken en een zaaikalender presenteerde. Ook vertegenwoordigers van Trustbank Amanah deelden financieringsmogelijkheden, en deelnemers kregen inzicht in het nut van ‘nofa’—een belangrijke voedingsstofmix voor bodemverbetering.
Onder de ruim twintig aanwezige collega’s bevonden zich twaalf vrouwelijke ondernemers die de familielandbouw draaiende houden. Zij spraken openhartig over hun ervaringen en bottlenecks; variërend van onregelmatige regenval tot de toegankelijkheid van moderne zaaimaterialen. De collectieve ambitie was daarbij onmiskenbaar: iedereen wil niet alleen de oogst maximaliseren, maar ook de veerkracht van eigen bedrijf en gemeenschap vergroten.
Vonzell bracht de PFFS in 2020 al onder de aandacht met een onderzoek naar de leerbehoeften van lokale landbouwers. Daaruit bleek een duidelijke vraag naar ondernemerschapsvaardigheden én technische ondersteuning. Sindsdien is de methodiek verder aangescherpt op basis van internationale best practices en input van de eigen boeren. “Dit project sluit aan op wat wij écht nodig hebben om zowel ecologisch als economisch toekomstbestendig te werken,” benadrukte een deelnemer namens de vrouwenondernemers.
Met de PFFS slaat Para een nieuwe weg in: van passieve kennisoverdracht naar daadkrachtige samenwerking, van individuele praktijkexperimenten naar collectieve veerkracht. Als alle partijen hun beloftes nakomen, ligt een sprankelende toekomst van hogere opbrengsten, duurzaam grondgebruik en versterkte lokale economie binnen handbereik.