De waarschuwing is nu scherper en dichterbij dan verwacht, want een internationaal team van honderdzestig onderzoekers concludeert dat de aarde het eerste grote kantelpunt heeft overschreden met een vrijwel onomkeerbare afsterving van warmwaterkoraal, terwijl tegelijkertijd de risico’s groeien voor de Amazone en de oceaanstroming die Europa’s klimaat stabiliseert. Het rapport verschijnt precies in de aanloop naar COP30 in Belém, waar leiders aan de rand van het Amazonewoud afspraken moeten maken die niet alleen ambitieus klinken maar ook uitvoerbaar zijn.
De biologen leggen de drempel voor massale rifsterfte rond een opwarming van ongeveer een komma twee graden en noteren dat we wereldwijd al rond een komma vier graden zitten, met mariene hittegolven die het merendeel van de riffen raken en lokale beheersmaatregelen nauwelijks nog lucht geven. De dreiging beperkt zich niet tot tropische zeeën, want ook het Amazone-ecosysteem kan bij aanhoudende droogte en verdere ontbossing kantelen naar savanne, terwijl signalen uit de Noord Atlantische oceaanstroming erop wijzen dat verstoringen zich sneller opbouwen dan modellen jarenlang veronderstelden.
Toch schuift er een grote lijn de goede kant op, want in de eerste helft van dit jaar leverden hernieuwbare bronnen wereldwijd voor het eerst meer stroom dan steenkool en in energielanden als Australië was die wissel zelfs zichtbaar op maandbasis, wat laat zien dat technologie en schaal eindelijk hard doorbreken. Zonne energie ving veruit het grootste deel van de extra vraag op, wind leverde stabiel door en samen drukken zij de marge van kolencentrales die decennia vanzelfsprekend leken.
Voor Suriname komen kans en kwetsbaarheid dicht op elkaar te staan, want het verlies van koraal wereldwijd raakt toeristische ketens en visserijprijzen ook hier, terwijl veranderingen in de Atlantische circulatie weerspatronen en zeeniveaus langs de noordoostkust van Zuid Amerika kunnen beïnvloeden, wat kustbeheer en riviermondingen direct raakt. Tegelijk rijpen marktkansen in de energieketen, omdat importeurs in Europa en de VS versneld vragen naar stroom met lage emissies, naar gecertificeerde producten en naar natuurbehoud dat meetbaar is. Wie nu al projecten opzet waarin natuur en economie elkaar versterken, bijvoorbeeld via regeneratieve landbouw in kustpolders of ecotoeristische routes die inkomsten vastklikken aan bescherming, staat sterker wanneer financiering op COP30 en daarna via fondsen en banken loskomt.
Regionale planners doen er goed aan kust en uiterwaarden te behandelen als infrastructuur die je in lagen beschermt, ondernemers in agro en visserij winnen tijd door weers en waterdata standaard in hun bedrijfsvoering te zetten en energiegebruikers in stad en district drukken kosten door efficiëntie en lokale opwek te combineren met langlopende contracten. Zo verandert een somber rapport in werkbare stappen die draagkracht opbouwen, precies de munteenheid waar klimaatbeleid in het dagelijks leven op rekent.