In een opvallende stap hebben Japan en de Verenigde Staten een bilateraal handelspact gesloten dat volgens economen als richtsnoer kan dienen voor tientallen vergelijkbare akkoorden waar Washington momenteel mee in onderhandeling is. Kern van het verdrag is de drastische verlaging van de invoerheffing op Japanse personen- en bestelauto’s: het tarief daalt van 27,5 % naar 15 %. Deze maatregel belooft de trans-Atlantische automarkt ingrijpend te hervormen en moet de concurrentiepositie van Amerikaanse autofabrikanten en -dealers nieuw elan geven.
Daarnaast bevat het akkoord een generieke vermindering van de invoerrechten op een breed scala aan Japanse exportproducten, waaronder machineonderdelen, elektronica en hoogwaardige staalproducten. Heffingen die per 1 augustus van kracht zouden worden, worden nu uniform teruggebracht van 25 % naar 15 %. Analisten wijzen erop dat deze tariefsverlaging de handelsstromen tussen beide landen zal intensiveren, maar ook een belangrijk precedent schept voor toekomstige besprekingen met andere handelsblokken en individuele partners.
Hoewel sommige critici waarschuwen voor mogelijk budgettaire verliezen aan Amerikaanse zijde, benadrukken vooraanstaande economische instituten dat de mondiale conjunctuur robuust genoeg is om een tariefniveau van 15 % te absorberen zonder noemenswaardige vertraging van de groei. Bovendien zou de extra import van competitief geprijsde Japanse producten Amerikaanse consumenten ten goede komen door een breder aanbod en lagere prijzen.
Door zijn omvang en diepgaande afspraken wordt het Japan–VS-akkoord gezien als een blauwdruk voor de herijking van de internationale handelsarchitectuur in de komende jaren. Onderhandelaars in Brussel, Londen en Azië zullen de uitkomsten van dit pact nauwgezet bestuderen om er hun eigen voorwaarden op af te stemmen.